A. Praat over wat je graag doet in je vrije tijd. Heb je hobby’s?
Gebruik de lijst hieronder.
Wat doe je graag? Hoe vaak doe je dat? Wanneer?
Doe je dit thuis ook?
nooit | soms | vaak | |
televisiekijken | |||
lezen | |||
koken | |||
naar de bioscoop gaan | |||
een theater bezoeken | |||
een museum bezoeken | |||
muziek maken | |||
muziek luisteren | |||
dansen | |||
op bezoek gaan | |||
naar het café gaan | |||
uit eten gaan | |||
schaken | |||
spelletjes doen | |||
kaarten | |||
fotograferen | |||
schilderen | |||
reizen | |||
wandelen | |||
een fietstocht maken | |||
sporten | |||
gamen | |||
slapen | |||
verhalen schrijven | |||
social media | |||
anders, namelijk… |
B. Hier zie je afbeeldingen van een aantal sporten.
Bespreek hoe deze sporten heten.
Heb je deze sporten wel eens gedaan?
Welke sporten vind je leuk? Doe je een sport?




C. Hier zie je een afbeelding van een aantal instrumenten.
Bespreek hoe deze instrumenten heten.
Heb je deze instrumenten wel eens bespeeld?
Bespeel je een instrument?
Welk instrument wil je bespelen?
