Vandaag ben ik…

Jullie bedenken samen een kort verhaal.
Je mag het opschrijven, dat hoeft niet.
Het verhaal heeft ongeveer 8 zinnen.

Het verhaal gaat over vakantie.
Bedenk iemand die bij het onderwerp vakantie hoort, bijvoorbeeld een kind dat vakantie heeft, de manager van een hotel of een familie op een camping.
In het verhaal beantwoord je deze vragen:

  1. Wie ben je?
  2. Waar ben je?
  3. Wat ben je aan het doen?
  4. Wat maak je mee?
  5. Met wie praat je?

De eerste zin van je verhaal is: ‘Vandaag ben ik …’
Geef nu antwoord op de andere vragen.
Denk er eerst over na. Ga daarna schrijven of praten.
Probeer een echt verhaal te maken.

Klaar?
Bespreek hoe het ging.
Vond je het makkelijk of moeilijk?
Was het leuk om te doen?

Je kunt het nog een keer doen natuurlijk.
Kies dan zelf een ander onderwerp.